In 2008 werd de bouw van het nieuwe orgel door Adema’s Kerkorgelbouw uit Hillegom voltooid. Het orgel kwam in de plaats van een instrument van J. de Koff & Zoon. Een deel van het pijpwerk (waaronder de frontpijpen) werd in het Adema-orgel verwerkt.


Het orgel heeft 34 registers verdeel over twee manualen (Groot Orgel & Reciet Expressief) en Pedaal. De tractuur is mechanisch met assistentie van een barkermachine voor het Groot Orgel en de manuaalkoppels.


Het orgel is gebouwd in de stijl van de Frans-romantische traditie de de firma Adema sinds de bouw van het orgel in de Amsterdamse Mozes & Aäronkerk in 1869/87 hooghoudt. Dat komt onder meer tot uitdrukking in de, voor een tweeklaviers orgel, rijk bezette dispositie met vele achtvoets grondstemmen, de overblazende fluiten (‘harmonieken’),  de batterij Franse tongwerken in zwelkast en de vrijstaande speeltafel met zijn combinatietreden. Dat maakt het orgel, naast uiteraard zijn belangrijkste taak in de kerkdiensten, als een van de weinige orgels in Nederland uitermate geschikt voor de vertolking van Frans-symfonisch repertoire.


Het Adema-orgel werd op Eerste Paasdag 2008 voor het eerst in de kerkdienst gebruikt. De officiële ingebruikname vond plaats op 6 juni 2008 met een improvisatieconcert door Gerben Mourik en Otto M. Krämer.

(2008)

 

DE ORGELKAST


Omdat de tinnen frontpijpen van het De Koff-orgel (1948) konden worden overgenomen in het nieuwe orgel ontwierp Adema’s Kerkorgelbouw op basis van de bestaande frontindeling en onderkast een nieuw front.


De Koff had een halfopen kast gebouwd, zonder afsluitend dak. De tinnen frontpijpen stonden in een klassieke opstelling van torens, tussen- en zijvelden. Losse pijpen aan weerszijden van de torens moesten stijlen suggereren. De zijwanden van de kast waren gemaakt van eenvoudig meubelplaat.


Twee panelen met snijwerk afkomstig van een orgel uit 1904 van de firma Maarschalkerweerd & Zoon (oorspronkelijk gebouwd voor het St. Elisabethgesticht in Amsterdam) konden uit de voorraad van de firma Adema worden overgenomen. De panelen, in een Duitse (neo-) renaissancestijl, werden in het nieuwe front opgenomen op de plaats van de voorheen loze zijvelden. De vorm en detaillering van de nieuw gemaakte torens, kappen en lofwerk zijn dan ook geheel afgeleid van deze Maarschalkerweerd-panelen. De opengewerkte panelen werden aan de achterzijde opnieuw voorzien van rood doek.  De kast is vervaardigd uit Slavonisch eiken, gebeitst, gelakt en in de was gezet. De kleur sluit aan bij het overige kerkmeubilair.

De vorm en detaillering van de nieuw gemaakte torens, kappen en lofwerk zijn dan ook geheel afgeleid van deze Maarschalkerweerd-panelen. De opengewerkte panelen werden aan de achterzijde opnieuw voorzien van rood doek.  De kast is vervaardigd uit Slavonisch eiken, gebeitst, gelakt en in de was gezet. De kleur sluit aan bij het overige kerkmeubilair.

 
 
 
 

DE SPEELTAFEL


Geheel in de stijl van het orgel is de speeltafel vrijstaand geplaatst, midden voor het orgel. De organist zit dus met zijn rug naar het orgel, het gezicht kerkinwaarts. Het meubel is vervaardigd naar voorbeeld van Cavaillé-Coll. Voor de inrichting van de speeltafel zijn de registertrekkers in terrassen gegroepeerd aan weerszijden van de klavieren. De porselijnen registerschildjes ijn per werk gekleurd. roze voor het Reciet, wit voor het Groot Orgel, lichtgroen voor het Pedaal. De twee handbediende werktuiglijke registers hebben gele schildjes.


ter linker- en rechterzijn de van de zweltrede voor het Reciet Expressief zijn ijzeren voettreden aangebracht voor de bediening van de koppelingen, de tremulanten en het in-/uitschakelen van de combinatieregisters. De benaming van de treden staat op een gekleurde nomenclatuurlijst op de kop van het pedaalklavier onder de treden. De kleurcodering van de werken komt overeen met die van de registerschildjes.


Het meubel is af te sluiten door middel van een klapdeksel. In de daarop los geplaatste lessenaar is de detaillering van de orgelkast overgenomen.

DISPOSITIE


De dispositie en een uitgebreide (technische) beschrijving van het pijpwerk en de samenstelling van de mixturen is op een aparte pagina te vinden. lees meer >